04 Pontonnierskazerne

PONTONNIERSKAZERNE KEIZERSVEER   nummer 04  -  1 juli 2020

Keizersveer is een buurtschap in de gemeente Geertruidenberg en ligt aan de Bergse Maas. De naam Keizersveer is afkomstig van keizer Napoleon Bonaparte die volgens overlevering daar de veerboot over de Maas nam om een bezoek te brengen aan de ingelijfde Hollandse gewesten. Vanaf 1812 werd tussen Hank en Keizersveer een veerdienst onderhouden. Voetgangers werden met een roeiboot overgezet, karren, rijtuigen en dieren tot 1890 met een zogenaamde handkabelpont. Er werd tussen 1810 en 1813 hard gewerkt aan de aanleg van Napoleonsweg tussen Parijs en Amsterdam, waarvoor Spaanse gevangenen werden ingezet. In 1813 was de met kasseien geplaveide weg gereed, op dat moment de enige verharde weg in deze streek. Keizersveer heeft van 1952 tot 1995 plaats geboden aan de Pontonnierskazerne. Vanwege de ligging aan stromend water een unieke locatie voor de landmacht. Nadat de militaire functie van de kazerne was opgeheven, hebben de gebouwen in 1999 nog enige tijd gefungeerd als opvangplaats voor Kosovaarse vluchtelingen. Niet veel later heeft de gemeente het kazernecomplex laten slopen. Er bestaat in Nederland geen tweede kazerne die zo grondig uit de gemeente verwijderd is als deze Pontonnierskazerne. Zelfs de scheepsbel van de kazerne hangt tegenwoordig aan het monument voor de pontonniers dat staat bij de Margrietkazerne in Wezep. Tegenwoordig is het gebied in Raamsdonksveer in gebruik als industrieterrein De Pontonnier. Wat naast de naam ook nog herinnert aan die tijd is het Protestants Militair Tehuis (PMT), het laatst gebouwde militaire tehuis in Nederland. PMT Keizersveer, waar nu Amer Shipping is gehuisvest, werd op 21 maart 1989 officieel geopend door mr. Pieter van Vollenhove. In 1965 waren er in Nederland 54 PMT’s, 47 KMT’s (Katholieken) en drie HMT’s (Humanisten), waarvan er in 2010 nog acht resteerden.

Keizersveer pontonniers kazerne

In tegenstelling tot nagenoeg elke kazerne in Nederland is de kazerne op het Keizersveer niet genoemd naar een (militair) persoon, maar naar de gebruikers ervan: de pontonniers. De geschiedenis van de pontonniers gaat terug naar het eind van de 16e eeuw. Om bruggen de kunnen slaan kreeg het Staatse leger de beschikking over een (varende) ponttrein. Het waren geen militairen, maar binnenvaartschippers die de ‘trein’ bemanden en werden alleen opgeroepen als het leger hen nodig had. Pas rond 1732 waren het militairen die de werkzaamheden verrichtten en met regelmaat meededen aan militaire oefeningen; zij werden pontonniers genoemd. Als onderdeel van het Franse keizerlijke leger maakten de pontonniers in 1812 de veldtocht naar Rusland mee; slecht weinigen overleefden die tocht. Op 9 januari 1814 stelde de prins, de latere koning Willem I, de organisatie van de zogenaamde Staande Armee in, bestaande uit vrijwilligers. Deze datum is de verjaardag van de Koninklijke Landmacht. Enkele dagen later deed hij hetzelfde voor de Nationale Militie, die bestond uit dienstplichtigen. De dienstplichtigen zouden nog tot 1996 het gezicht van de landmacht bepalen. Vanaf 1841 kregen de pontonniers de status van korps; tot 1927 vielen ze onder de artillerie en daarna als onderdeel van de genie. In de jaren kort voor de Tweede Wereldoorlog was het korps flink gegroeid en volledig gemotoriseerd. Het 112 Pontonniersbataljon had in oorlogstijd als taak het in veiligheid brengen van Rijnschepen en het invaren van pontons in de stuwen van de IJssellinie.

Keizersveer pontonniers kazerne

Op de Pontonnierskazerne in Raamsdonksveer was tot in de jaren zestig het 112 Pontonniersbataljon ondergebracht, later omgedoopt in 462 Pontonniersbataljon. Hun taak was onder meer het bouwen van grote bruggen en pontons. De oefeningen vonden plaats op de naast de kazerne gelegen Bergse Maas. Na de ingebruikname van de kazerne in 1952 konden de pontonniers in februari 1953 gelijk aan de slag. De watersnoodramp zette Raamsdonksveer voor 85% onder water en ook Raamsdonk werd zwaar getroffen. Met boten en amfibievoertuigen (DUKW’s) werden tal van bewoners door de pontonniers geëvacueerd. De gemeente Raamsdonk bood de militairen namens de dankbare bewoners in april 1955 zes gebrandschilderde ramen aan, die in ontvangst werden genomen door hun commandant, overste J. Elders. Kunstenaar Gerard Gerrits uit Sprang-Capelle werkte acht maanden aan de zes ramen; op vier ramen werden de werkzaamheden van de pontonniers uitgebeeld, achtereenvolgens de bouw van een baileybrug, de bouw van een pontonbrug, pontonniers in een snelboot en pontonniers in duikpakken. Op raam vijf en zes stonden het wapen van de gemeente Raamsdonk en het wapen van de pontonniers. De gebrandschilderde ramen werden opgehangen in de manschappenkantine en zijn tegenwoordig te bewonderen in het geniemuseum te Vught. In 1966 werd de 101 NBC-Ontsmettingscompagnie aan de pontonniers toegevoegd. Het dan geheten 462 Pontonniersbataljon werd in het kader van bezuinigingen in 1967 mobilisabel gesteld. De Ontsmettingscompagnie verhuisde naar Wezep en ook aan de aanwezigheid van de genie op de kazerne kwam een eind. De Pontonnierskazerne werd vervolgens nog gebruikt door de 829-832 Zware Transport Compagnie en als rijopleiding voor dienstplichtige chauffeurs. Nadat de Koude Oorlog tot het verleden behoorde werd het Nederlandse leger sterk ingekrompen en veel kazernes gesloten. In 1995 kwam een einde aan het militair gebruik van Pontonnierskazerne Keizersveer.

Tekst: Jan Hoek

Bronnen: www.jeoudekazernenu.nl

www.bhic.nl (Anton Schuttelaars);

www.defensie.nl;

Dagblad De Stem van 14 april 1955.

© 2020 Oudheidkundige Kring Geertruydenberghe
Locatie 9 Websitebouw