De familie Sassen uit Geertruidenberg: NSB’ers en Waffen SS’ers – nummer 26 – 12 mei 2021
Op 10 juli 1884 werd Jan Sassen in Beek-Ubbergen geboren. Hij kreeg een gedegen van katholieke signatuur voorziene opvoeding en volgde een HBS/handelsopleiding op instituut Rolduc. Na zijn studie trouwde hij met Johanna van Bavel en startte hij vanuit zijn handelshuis, gelieerd met een Antwerpse firma, op de hoek Plantsoen/Stationsweg in Geertruidenberg met de import van oliën. De bloeiende handel ziet hij teruglopen als hij gedurende de Eerste Wereldoorlog wordt gemobiliseerd. Op dezelfde locatie begint hij in magazijn ‘De Zon’ een woonwinkel. Voor de Tweede Wereldoorlog was Jan Sassen actief binnen de Rooms-Katholieke Staatspartij, gemeenteraadslid in Geertruidenberg en lid van Provinciale Staten in Noord-Brabant. In 1938 viert hij met de bevolking van Geertruidenberg het 75-jarig bestaan van de stad, een feest waarvan hij de grote animator was. Als groot bewonderaar van Adolf Hitler stapte hij over naar de Nederlandse fascistische politieke partij Zwart Front. In 1941 meldde hij zich aan bij de NSB, waar hij zich ontpopt als een ijverig en zeer gewaardeerd propagandist van de nationaalsocialistische ideeën. In Geertruidenberg werden zijn extreemrechtse uitlatingen echter niet gewaardeerd en het gezin moet in juni 1941 uitwijken naar Breda. Daar stond het gezin bekend als ‘zeer aanwezig’. Tijdens een bombastisch NSB-manifestatie werd hij op 23 augustus 1943 benoemd tot burgemeester in Veghel. Na amper een jaar vlucht hij op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) weg uit die gemeente en belandt hij via Duitsland in Midden-Nederland. Daar werd hij in november 1944 benoemd als waarnemend burgemeester van Oudenrijn. Op 5 mei 1945 meldde hij zich en werd Sassen geïnterneerd in Kamp Vught. In 1947 werd hij veroordeeld door het Bredase Tribunaal van de Bijzondere Rechtspraak tot een gevangenisstraf van zeven jaar internering met aftrek van zijn tijd in Vught. Begin 1962 overleed hij op 77-jarige leeftijd in een sanatorium in Duitsland ten gevolge van een hartaanval. Hij werd begraven op het Waldfriedhof in München.
Jan Sassen en Johanna van Bavel kregen in Geertruidenberg zes kinderen die met hetzelfde fascistische sop waren overgoten als hun ouders. De vier dochters Maria, Georgette, Johanna en Francisca werden ingezet bij het Rode Kruis en Duitse zenders in zowel Nederland als Duitsland. Zoon Willem (geb. 16 april 1918) werd in juni 1941 lid van de SS, zijn broer Alphonse volgde in 1943. De jonge Willem doorliep zonder problemen het gymnasium, waarna hij in Leuven en Gent een rechtenstudie volgde. In het Vlaamse studentenleven, waar in die jaren het Vlaams-Duits gedachtengoed bloeit, ontwikkelt hij zijn nationaalsocialistische sympathieën Als hij voor een groep studenten in Gent een felle pro-Duitse toespraak houdt, wordt hij door de Belgische autoriteiten het land uitgewezen. Tijdens een bezoek aan de Olympische Spelen in Berlijn in 1936 neemt zijn bewondering voor Hitler en het Derde Rijk alleen maar toe. Toen Duitsland op 22 juni 1941 onder de codenaam Barbarossa de Sovjet-Unie binnenviel, meldt Sassen zich als vrijwilliger voor het Oostfront en wordt hij lid van de Propaganda Kompagnie (PK) van de SS-divisie Wiking. Omdat hij al enige tijd bij Radio Bremen werkte, kon hij na een korte opleiding aan de slag als oorlogscorrespondent (Wort- und Funkberichter). De PK was een initiatief van Goebbels die wilde dat verslaggevers, fotografen e.d. in militair uniform vanaf de frontlinie ooggetuigenverslagen van het oprukkende Duitse leger doorstuurden. In juli 1942 raakte Willem Sassen ernstig gewond bij de Duitse aanval op Rostov, waarna een herstelperiode van acht maanden in het ziekenhuis van Krakau volgde. Daarna bleef hij werkzaam voor de SS en werkte zich op tot Untersturmführer, de laagste officiersrang. Het Duitse leger capituleerde eerder dan hij had verwacht en samen met zijn broer Alphonse vlucht hij naar Alkmaar. Daar wordt hij op 5 juni 1945 gearresteerd en opgesloten in het nabij Utrecht gelegen Fort Blauwkapel, onderdeel van de Nieuwe Hollandse waterlinie. Hij wist daaruit te ontsnappen, vluchtte naar België waar hij de naam Albert Desmedt, een Antwerpse Jood die in Auschwitz was vergast, ging gebruiken. Een militair tribunaal ontdekte dat het hier ging om Willem Sassen en leverde hem uit aan Nederland. Onderweg wist hij te ontsnappen en vluchtte hij met valse papieren en hulp van zijn IRA-contacten in mei 1947 naar Dublin en vervolgens in september 1948 per schip naar Argentinië.
In het Zuid-Amerikaanse land trof hij tal van nazi’s, waaronder de nazi-beul Jozef Mengele en de Luftwaffe-piloot Hans-Ulrich Rudel. Dankzij de vele contacten werd Willem Sassen enige tijd pr-adviseur van Eva Perón, de tweede echtgenote van president Perón, waarvoor hij in 1952 als oud-SS’er ongehinderd optrad als tolk tussen de Argentijnse president en Prins Bernhard. Pas in 1960 kwam men er in Nederland achter waar Sassen verbleef; Prins Bernhard had acht jaar lang zijn mond gehouden. Willem Sassen krijgt historische betekenis als hij in een café in Buenos Aires een spichtig, bleek mannetje leert kennen. Het blijkt ’s werelds meest gezochte oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann te zijn. Van 1956 tot 1960 nam hij op band interviews op. Kort na het laatste interview wordt Eichmann op 11 mei 1960 gekidnapt door de Israëlische geheime dienst Mossad. De interviews werden later nog gebruikt in het proces tegen Eichmann. Oud-nazi’s waren woedend op Sassen, omdat ze dachten dat hij informatie had verkocht aan de Israëlische geheime dienst. Hij vluchtte naar Rome waar hij enige tijd onder de naam Willem S. van Elsloo een reisbureau begint. Later vertrekt hij naar Chili. In de jaren zeventig trad Sassen op als pr-adviseur van de Chileense dictator Augusto Pinochet en de Paraguayaanse dictator Alfredo Stroessner. Zijn contacten in de wapenhandel brachten hem terug naar Argentinië waar hij zich, evenals zijn broer Alphonse vanuit Ecuador, richtte op de internationale wapenhandel via met name met het Oostenrijkse bedrijf Mannlichter Steyr. In België werd Willem Sassen na de oorlog bij verstek veroordeeld tot de doodstraf en in Nederland tot twintig jaar cel, maar er werd nooit om zijn uitlevering gevraagd. In 1994 werd hij ziek en verhuisde hij naar Chili. Hij overleed acht jaar later in Santiago de Chili; zijn jongere broer Alphonse overleed op 16 september 2008 in Quito, Ecuador.
Tekst: Jan Hoek
Bronnen: Traces of War (artikel Jochem Botman 26-02-2006); BHIC.nl; Wipipedia.org; dedokwerker.nl