29 't Weeshuys

’t Weeshuys Geertruidenberg: van gasthuiskapel tot restaurant – nummer 29 – 30 juni 2021

Vanaf 5 mei mochten naast de terrassen ook de cafés en restaurant van ’s morgens zes uur tot tien uur ’s avonds weer open. Op sommige terrassen zaten de eerste klanten daadwerkelijk heel vroeg op een terras, maar ’s morgens in alle vroegte al aan een copieus driegangen diner zitten, zagen zelfs de meest Bourgondische Brabanders niet zitten. Bij restaurant ’t Weeshuys opent eigenaar en chef-kok Adri Branderhorst dan ook pas om twaalf uur de deuren. Zijn restaurant is gevestigd in een prachtige pand met een rijke historie aan de historische Markt in Geertruidenberg. Voordat dit Rijksmonument diende als restaurant was het een gasthuis, herberg voor pelgrims, schoolgebouw, kazerne, hospitaal, legermagazijn, gevangenis, wapenkamer, een distributiekantoor tijdens WO II, atelier van kunstschilder Jan Hubertus, bibliotheek (leeszaal), raads- en trouwzaal en zelfs bar annex friettent. In 1681 werd het ingericht als weeshuis. De tekst op een gevelsteen boven de ingang maakt duidelijk dat het gebouw in het verleden inderdaad deze bestemming had; ‘Waar wordt het grootste verlies loofwaardiger vergoed, dan daar d’onnoozele wees met zorg wordt opgevoed’.  

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed beschrijft het Rijksmonument (nr. 15995) als volgt: ‘Voormalig Weeshuis. Voor 1681 Gasthuiskapel. Bakstenen gebouw uit de zestiende eeuw met hoog leien zadeldak, bekroond met een open klokkentorentje met hoge spits (XVIe eeuw) en met klok. De voorgevel, in 1771-1772 geplaatst naar ontwerp van Philips Willem Schonck en met beeldhouwwerk in hardsteen door Guilliam Carrier, heeft een plint, deur- en vensteromlijstingen en hardsteen. Boven de deur een hardstenen cartouche met het opschrijft ‘Het Weeshuys’. Inwendig in tweeën gedeeld door een zuil en twee muurzuilen met achtkantige voetstukken en lijstkapitelen, welke twee spitsbogen dragen. Het gedeelte langs de Markt overdekt door een houten tonggewelf met eiken ribben van peerkraalprofiel en bebording. In de oostmuur van dit gedeelte een spitsboognis. Voor het gebouw vijf fraaie stoeppalen in Lodewijk XV-stijl uit 1772.’ Voor het Rijksmonument staat een van de vijf naar alle waarschijnlijkheid door Carrier vervaardigde stadspompen, waarvan de twee stadspompen op de Markt dateren uit 1767; die zijn in 1971 grondig gerestaureerd. De overige drie stadspompen zijn eind 18e eeuw gerealiseerd en staan in de Koestraat, Venestraat en de Vismarktstraat.

Oorspronkelijk was ‘Het Weeshuys’ inderdaad de kapel van het gasthuis, waarvan de oudste vermelding teruggaat naar het jaar 1436. Overigens was er al in 1310 sprake van een gasthuis in Geertruidenberg, wellicht op dezelfde locatie aan de Markt. Het huidige gebouw is nog slechts een gedeelte van het oorspronkelijke geheel. Een beschrijving uit de 16e eeuw geeft een beeld van de grootte van destijds. Naast de kapel ofwel gasthuiszaal was er een grote kamer met zes bedden, een aparte vrouwenkamer met drie bedden, de beyerd (een naam met diverse betekenissen waaronder gelagkamer, doorgaansgevangenis en zelfs heksenketel of janboel), een kamertje voor de dienstbode, de kamer van de gasthuismeester en een keuken. Het geheel bood plaats aan zo’n 25 personen. Van de oorspronkelijke gebouwen aan de achterzijde van het pand is helaas niets bewaard gebleven. De zolders van het gebouw werden in tijdens van oorlog gebruikt als opslagruimte voor granen voor zowel de bevolking als het garnizoen. In de eerste helft van de 18e eeuw dreigde een oorlog tussen de Belgen en de Hollanders. In Geertruidenberg werden niet allen de stadswallen opgeknapt, maar aan de Haven 18 in 1840 ook een garnizoensbakkerij gebouwd, zodat er ook in tijdens van oorlog brood gebakken kon worden. Het monumentale gebouw met schilddak was strategisch gelegen nabij de Hoofdwacht (Venestraat) en de Oude Wacht (W. Muldersplein). In de gevel van de voormalige bakkerij is na 1875 een hardstenen peilmerkbord ingemetseld met de tekst ‘3 el 55.2 d boven NAP’; Rijkswaterstaat voerde toen het Normaal Amsterdams Peil in.

De gasthuiszaal had in het begin een dubbelfunctie; enerzijds was het een grote ontmoetingszaal en anderzijds fungeerde het als kapel waar Heilige Missen plaatsvonden. Zoals gebruikelijk in gasthuiszalen had ook ’t Weeshuys een altaar, dat was toegewijd aan Sint Catharina. Het gasthuis was oorspronkelijk een passantenhuis, met een liefdadige instelling, voor onder andere pelgrims die onderweg waren naar Santiago de Compostella. Zoals nog steeds in veel herbergen aan de Camino Frances geldt, die van Saint Jean Paid-de-Port naar Santiago loopt, was ook in het gasthuis in Geertruidenberg de maximale verblijfsduur voor passanten vastgesteld op één nacht. Daar werd ook op gecontroleerd, want iedere ochtend kwam een soort veldwachter langs om te kijken of de passanten inderdaad weer verder waren getrokken. Voor vertrek dienden die passanten ’s ochtends wel eerst de H. Mis bij te wonen. Het gasthuis was tenslotte een godshuis, waar ‘om Godes wille’ liefdewerk werd verricht. Een van de elf kanunniken van de Geertruidskerk droeg de mis op. De kanunniken hadden ieder een eigen huis aan wat nu Elfhuizen heet. In 1910 en de jaren zestig vonden aan ’t Weeshuys diverse restauraties plaats, wat ertoe heeft geleid dat het fraaie pand aan de Markt veel van zijn historische waarde heeft behouden. 

Tekst: Jan Hoek

Bronnen: Rijksmonumenten.nl; brabantserfgoed.nl; “Nostalgie en heden’, De Langstraat van 10 oktober 1985, Bas Zijlmans; Canon van Geertruidenberg, Oudheidkundige Kring ‘Geertruydenberghe’.   

© 2020 Oudheidkundige Kring Geertruydenberghe
Locatie 9 Websitebouw