Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft sinds juni van dit jaar meerdere keren hulp afgeslagen van een stichting (INLIA, red) die aanbood kinderen en kwetsbare asielzoekers op te vangen in kerken rond het aanmeldcentrum in Ter Apel. Doordat het ministerie die hulp afsloeg, moesten in de nacht van zaterdag 13 augustus op zondag 14 augustus 2022 meerdere ouderen, zwangere vrouwen en kinderen buiten slapen. In 2021 vragen bijna 25.000 vluchtelingen asiel aan in Nederland; de aanvragen komen van Syriërs (8.323), Afghanen (3.006) en Turken (2.459). Op 24 februari 2022 vallen Russische troepen vanuit de Krim en Belarus Oekraïne binnen. Ruim 6 miljoen Oekraïners ontvluchtten hun land, waarvan een aanzienlijk deel werd opgevangen in Nederland. In de gemeente Geertruidenberg werden in eerste instantie tientallen Oekraïense vluchtelingen opgevangen in De Schattelijn in Geertruidenberg. Deze locatie is geschikt voor de eerste periode van opvang van vluchtelingen, maar minder geschikt voor de langere termijn. Thuisvester stelde daarom tot begin 2024 het voormalige verzorgingshuis Het Hoge Veer in Raamsdonksveer beschikbaar, waar voor 150 vluchtelingen een goede plek is gerealiseerd. Vorig jaar waren er met een aantal van 89,3 miljoen meer mensen op de vlucht dan ooit. Daarmee is het aantal verdubbeld in vergelijking met 2010. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), ook wel bekend als de ‘Groote Oorlog, vielen de Duitsers in augustus 2014 België binnen. Nederland was een van de twaalf landen die neutraal bleef in deze oorlog. Dat betekende echter niet dat we hier niets van die oorlog merkten. Onmiddellijk na de Duitse inval werd Nederland overspoeld door Belgische vluchtelingen. In de eerste maanden van de oorlog vluchtte ruim één miljoen Belgen naar ons land, de grootste vluchtelingenstroom uit de Nederlandse geschiedenis.
Ook België was officieel neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar toen het land weigerde om het Duitse leger doorgang te verlenen tot Frankrijk, werd het zonder pardon binnengevallen. Daarmee kwam de vluchtelingenstroom op gang naar ons land, die nog vele malen vergrootte na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914. Er wordt geschat dat er toen meer dan een miljoen Belgen naar Nederland vluchtten, waarvan ongeveer de helft naar Noord-Brabant. Zo werd Bergen op Zoom, dat toen slechts 16.000 inwoners telde, overspoeld door honderdduizend Belgen. Zoveel mensen konden niet opgevangen worden en er ontstond een situatie vergelijkbaar als in Ter Apel; veel van hen moesten noodgedwongen buiten slapen. Op 1 augustus 1914 kwam in Geertruidenberg plotseling een einde aan het geregelde garnizoensleven binnen de stad. De regering, onder leiding van minister-president Cort van der Linden, had algehele mobilisatie afgekondigd, waardoor er een hectische drukte aan troepenverplaatsingen, paardenvorderingen en aan- en afvoer van materieel plaatsvond. Een grote afdeling cavalerie uit Ede komt ’s avonds aan in de garnizoensstad Geertruidenberg om tuigage op te halen uit het wapendepot. De ruiterij overnachtte op stro in de kapel van het Weeshuis aan de Markt en in de tekenzaal aan de Haven. In oktober komen pontonniers met hun pontontrein aan op het station in Geertruidenberg. Ze hebben een grote partij oorlogstuig van geïnterneerden bij zich van Duitse, Franse en vooral Belgische uitrusting, waaronder patronen, sabels, bajonetten, geweren en rijwielen. Later zou een deel worden overgebracht naar Delft. De mobilisatie was het militaire signaal dat de Nederlandse regering bereid was in het ergste geval de neutraliteit gewapenderhand te verdedigen.
Het zwaartepunt van het Nederlandse veldleger lag in Noord-Brabant en dat zou vier jaar lang zo blijven. Dit had tot gevolg dat grote aantallen soldaten in de provincie gelegerd werden, veelal bij particulieren. De inwoners van Geertruidenberg, Raamsdonksveer en Raamsdonk moesten gedurende de oorlogsjaren soldaten onderdak geven, net zoals zoveel andere gezinnen in de regio. Overigens vonden de meeste militairen in de kern Geertruidenberg onderdak binnen de Havenkazerne (nu De Schattelijn) en de Marktkazerne. Met steun van de bevolking, het Rode Kruis en het leger brachten de Belgische vluchtelingen de eerste moeilijke dagen in provisorische onderkomens door, voornamelijk in scholen en leegstaande gebouwen. In Geertruidenberg werd de toen leegstaande biscuitfabriek ‘Bretagne’ van de eigenaren De Hoog en Van Enschot aan de Zuidwal in allerhaast in gereedheid gebracht, omdat het Weeshuis en de tekenschool tijdelijk bezet waren door extra opgeroepen soldaten. De biscuitfabriek was opgericht in 1906 en werd een jaar later al gesloten. De tekenschool zou in november 2014 de bestemming krijgen van school voor Belgische kinderen.
Transport van goederen was nagenoeg onmogelijk geworden, waardoor schaarste aan vrijwel alles ontstond. Door de voedselschaarste werd een distributiesysteem van bonnen ingevoerd, dat nog lang na 1918 van kracht bleef; tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen de Nederlanders wederom te maken met dit systeem. De Eerste Wereldoorlog zorgde voor ernstige ontwrichting van de economie, ook in Geertruidenberg. Gebrek aan grondstoffen en afzetmogelijkheden, alsmede een drastische daling van de koopkracht veroorzaakten de moeilijkheden waarmee Bergse ondernemers te kampen hadden. Sommige bedrijven daarentegen draaiden dankzij de oorlog zeer goed. De in 1913 opgerichte groentezouterij van de firma Gebr. Speijer, beter bekend als ‘de juin, verzond tijdens de oorlog grote hoeveelheden ingezouten groenten, vooral kool, naar de oorlogvoerende landen. Het stations-terrein wordt daartoe zelfs gedeeltelijk verhuurd aan het bedrijf als opslagplaats, terwijl een spoorwegaftakking naar het bedrijfsterrein wordt aangelegd. Met de komst van grote aantallen vluchtelingen en militairen in 1914 en 1915 konden ook de Bergse middenstanders meer omzet draaien. Nederland was neutraal en de ergste verschrikkingen bleven ons bespaard, maar er vielen wel degelijk burgerslachtoffers, voornamelijk door honger en ziekte. Door de slechte hygiënische omstandigheden kon de Spaanse griep aan het eind van de oorlog toeslaan, ook in Geertruidenberg, Raamsdonk en Raamsdonksveer. De Eerste Wereldoorlog kostte in vier jaar tijd aan zo’n 10 miljoen soldaten het leven; de Spaanse griep eiste in 1918 in vier maanden tijd wereldwijd 50 miljoen slachtoffers.
Tekst: Jan Hoek
Bronnen: Publicatie ‘Vluchtelingen in getallen’, een uitgave van VluchtelingenWerk Nederland, 2022; Canon van Geertruidenberg: ‘Eerste Wereldoorlog in Geertruidenberg 1914-1918, Ans Spee; ‘Kroniek van Geertruidenberg’, uitgave 1938.