Den Haag, Haarlem en Geertruidenberg zijn de drie Hollandse steden die in de 13e en 14e eeuw het meest genoemd worden in verband met riddertoernooien. De Stad Geertruidenberg zal vooral in trek geweest zijn, omdat het niet ver reizen was voor de ridders uit Henegouwen. In die periode vocht men tijdens deze toernooien nog met scherpe wapens tijdens een Mêlee (groepsgevecht, voor het laatst gehouden in 1342) en tweegevechten te paard of te voet. In die tijd oefende de ridderstand zich voor de vele oorlogen die zij voerden voornamelijk met steekspellen en toernooien. De verliezer verloor vaak zijn wapenuitrusting en paard en werd soms ‘gevangene’ van de winnaar en kwam slechts tegen betaling van losgeld weer vrij. De ridders vochten met echte wapens en er was een gerede kans om dodelijk getroffen of vertrapt door paardenhoeven te worden. Deze gewelddadige ridderspelen werden weliswaar door de katholieke kerk verboden, maar daar trok de adel zich niets van aan. De wijze van oorlogsvoeren veranderde echter en nadat legers van bereden ridders vernietigend waren verslagen door boogschutters verdween de klassieke ridder met zijn harnas en lans in de eerste helft van de 16e eeuw van het slagveld.
In Geertruidenberg is de Graaf Floris V straat, hetgeen betekent dat deze ridder ook in de vestingstad geschiedenis heeft geschreven. Floris V (1254-1296) was graaf van Holland en Zeeland. Zijn vader graaf Willem II was rond 1254 begonnen met de bouw van een grafelijk slot in Den Haag. Nadat hij door de West-Friezen was gedood, lag de bouw geruime tijd stil. Zoon Floris bouwde het later af en rond 1290 was het nieuwe Haagse slot eindelijk gereed: de trotse ridderzaal; symbool van het ridderideaal en de koninklijke allure die Floris V nastreefde. Hij liet nog andere spraakmakende kastelen bouwen, zoals Radboud in Medemblik en het Muiderslot. Daar werd hij in 1296 gevangengezet door opstandige vazallen waaronder Gijsbrecht van Amstel, Gerard van Velzen en Herman van Woerden. Zij zouden de graaf later met zwaardhouwen vermoorden. Bij leven kwam Floris V ook regelmatig naar Geertruidenberg en vernieuwde en bevestigde hij op 22 januari 1275 de voorrechten en vrijheden van de stad. Op zaterdag 3 of zondag 4 augustus 1269 trouwt Floris V in Geertruidenberg met Beatrix, dochter van de graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre; ze zijn beide vijftien jaar oud. Er volgt een drie dagen durend feest met een zeer kostbaar bruiloftsmaal. Uit dit huwelijk worden negen kinderen geboren, van wie er slechts twee de kleuterjaren overleven. Daarnaast verwekt Floris V tijdens zijn huwelijk bij meerdere vrouwen nog zeven bastaarden. De gravin blijft hem desondanks trouw en vervangt hem bij afwezigheid.
Ook op 2 april 1279 (Pasen) was Floris V niet thuis, want toen hield hij net buiten Geertruidenberg een groot Riddertoernooi. Dat zal gezien de ligging van de vestingstad op de uiterste grens van Graafschap Holland zeker niet de enige keer zijn geweest. De fraaie Bergse markt lijkt een mooie plaats voor een toernooi, maar zou gezien het grote aantal deelnemende ridders, de paviljoens, paarden, gasten en aanwezige volk veel te klein zijn. Grafelijke rekeningen uit dat jaar maken duidelijk dat ridders uit Frankrijk, Luxemburg en de lage landen deelnamen aan het toernooi. In een oorkonde verklaart Floris V dat hij aan Hendrik van Luxemburg 600 toernooise ponden schuldig is voor het verlies van strijdpaarden tijdens het riddertoernooi in Geertruidenberg. Op de tuniek van de geharnaste Floris V stond het wapen van Holland uit de vroege middeleeuwen met de rode leeuw op een gele achtergrond. Het harnas met tuniek is te zien in Museum De Roos.
Ook graaf Willem IV van Holland en Zeeland (1307-1345) was een echte vechtersbaas. Hij was ook graaf Willem II van Henegouwen en had als bijnaam Willem de Stoute. Hij stond bekend als een moedig ridder en ondernam als bondgenoot van de Engelse koning enkele veldtochten in Holland en Frankrijk en ging tweemaal op kruistocht in Oost-Pruisen. Op 7 juni 1340 verleende hij stadsrechten aan Rotterdam. In 1344 en 1345 hield hij wel tien riddertoernooien in o.a. Frankrijk, Engeland en Holland. Op 26 en 27 juli 1344 hield hij een groot riddertoernooi in Geertruidenberg. Een jaar later sneuvelde hij op 26 september tijdens de Slag van Warns.
Tijdens het bewind van Albrecht van Beieren (1336-1404, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, werd een relatief groot aantal toernooien georganiseerd in Holland, en dan met name in Den Haag, Dordrecht, Haarlem en Geertruidenberg. Na zijn aankomst in Holland in 1359 hield de jonge graaf een groot riddertoernooi in Geertruidenberg, waar hijzelf en enkele van zijn Beierse volgelingen aan deelnam. Het feest duurde van 12 tot 18 januari. Zijn bodes doorkruisten heel Holland om jonkvrouwen uit te nodigen voor het feest. Ook Jan II (ca. 1342-1381), graaf van Blois en Dunois en in afwezigheid van Albrecht van Beieren in 1359/60 en 1362/63 stadhouder van Holland en Zeeland, organiseerde in Geertruidenberg een groot toernooi, dat duurde van 28 tot en met 31 januari 1364. Veel bekende ridders, met name uit Holland, Brabant en Henegouwen, namen hieraan deel. Het toernooi verliep voor de organiserende graaf niet zo goed, want hij moest alleen al 64 paarden bekostigen. De Europese adel hield de riddertraditie nog jarenlang in stand voor de sport. Riddertoernooien waren toen bij uitstek het schouwspel van hoofsheid, ridderlijkheid en heraldisch vertoon. Maar dat het ook dan goed fout kan gaan bleek op 24 januari 1536 in Engeland. Koning Hendrik VIII hield van lans-duels te paard, waarmee hij bekend stond als een geducht ridder. Op de genoemde datum ging het tijdens een duel bij Greenwich Palace in Londen mis. De koning werd door de lans van zijn tegenstander uit het zadel gelicht en hij kreeg zijn zwaar bepantserde paard op zich. Hij raakte buiten bewustzijn en herstelde nooit meer van zijn verwondingen die hij opliep. Van een milde heerser veranderde hij in wrede tiran met extreme vetzucht. Zo beïnvloedde een riddertoernooi in de 16e eeuw de geschiedenis van Engeland.
Tekst: Jan Hoek (met dank aan Ron Haveman, voorzitter Museum De Roos)