Van veerpont en radarstoomboot tot Keizersveerbrug
De verbreding van het zuidelijke deel van de A27, van Everdingen tot knooppunt Hooipolder, is door Rijkswaterstaat gegund aan Bouwcombinatie ALSÉÉN (Ballast Nedam en Fluor Infrastructure). Op 12 januari 2023 werd het contract getekend. Bij de werkzaamheden hoort de volledige vervanging van de in 1931 opgeleverde brug bij Keizersveer. Er komen naast elkaar twee nieuwe bruggen met ieder drie rijstroken en een vluchtstrook. Aan de westzijde komt een tweerichtingenfietspad en aan de oostzijde één afzonderlijke weg voor landbouwverkeer. De doorvoerhoogte wordt met vier meter vergroot. Verbreding is hard nodig, want het traject staat op de derde plaats in de file top-10. In 1990 reden dagelijks 62.800 voertuigen over de Keizersveerbrug, in 2001 was dat gestegen naar 80.200 en in 2019 stabiel met 87.600 voertuigen per dag. Aanzienlijk meer dan in 1924, toen er in heel Nederland bijna 31.000 auto’s reden. Toch was dat aantal toen al te veel voor het volstrekt achtergebleven wegennet. Om dat iets aan te doen, kwam er na meer dan een eeuw weer een Rijkswegenplan. Een van de onderdelen daarvan was de verbetering van de verbinding Breda-Gorinchem, waar de veerdienst vervangen moest worden door een vaste verbinding over de Bergsche Maas.
In 1812 gaf Keizer Napoleon Bonaparte opdracht voor de aanleg van een weg tussen Parijs en Amsterdam. Bij Hank volgt de A27 nog altijd (bijna) het tracé van die historische weg, die werd aangelegd door onder andere Spaanse krijgsgevangenen. Het ging hier om de vijftien kilometer lange Keizer Napoleonweg tussen Hank en Sleeuwijk, die bestraat was met miljoenen kasseien. Vanaf 1816 was bij het oude Maasje een kabelpontveer waar tol werd geheven, die het verkeer tussen Raamsdonksveer en Hank overzette en al snel de naam ‘Keizersveer’ kreeg. Tussen 1888 en 1904 werd de Bergsche Maas gegraven. Voor de overvaart kwam in 1890 bij Keizersveer een vrij varend stoombootveer, ook met tol, in de vaart, die plaats bood aan zes, met twee paarden bespannen, geladen hooiwagens. De veerboot werd niet met een schroef aangedreven maar door raderen. De veerdienst bleef tot en met 1931 in bedrijf, waarna een brug die taak overnam. De naam Keizersveer ging automatisch over naar de brug. De invoering van Wegenbelasting in 1926 zorgde voor een financiële onderbouwing en een jaar later was het Rijkswegenplan gereed; een plan dat voorzag in de bouw van nieuwe wegen inclusief twaalf bruggen over de grote rivieren. Het in 1928 opgerichte ‘Bruggenbureau’ van Rijkswaterstaat ontwierp de bruggen, waaronder de Keizersveerbrug. Deze bestond uit drie overspanningen van elk 90 meter lengte, die werden gebouwd bij Penn & Bauduin in Dordrecht, en was 15,50 meter breed waarvan 8,5 meter voor het wegdek. De vrije doorvaart onder de brug was bij gemiddeld hoogwater ongeveer negen meter. De totale kosten bedroegen 2,3 miljoen gulden.
Dankzij een minutieus bijgehouden dagboek van de opzichter, waarvan de naam onbekend is, wordt vanaf de start van de bouw op 17 oktober 1929 tot de oplevering op 23 oktober 1931 een goed beeld geschetst van de gehele bouw; iedere dag, behalve op zondag, want dan lag het werk stil. Soms mopperde hij op de werknemers, de apparatuur of de geleverde onderdelen. De bouw verliep niet altijd naar wens; zo werden op de eerste werkdag ‘de palen voor de loswal volgens bestek afgekeurd’. Het dagboek gaat uiteraard tot in detail over de technische kant, maar ook over de tegenvallers zoals overstromingen, hoog water, storm, vorst en stortregens, over de ijzervlechters die geen kwaliteit leveren, over stakend personeel en over haperende machines. Maar ook positief nieuws als timmerlieden bereid zijn op Hemelvaartsdag door te werken opdat er vrijdag beton gestort kon worden. Ruim een jaar na de start kon op 27 oktober 1930 de eerste overspanning, van het zuidelijke landhoofd naar de zuidelijke pijler geplaatst worden. Onder grote belangstelling kwam de overspanning vanuit Dordrecht, via Moerdijk over water aan. De tweede overspanning kon op 9 maart 1931 geplaatst worden, waarna op 17 juli 1931 de derde overspanning op de ‘stoelen’ werd geplaatst. Hoewel elektrisch lassen al bekend was, besloot hoofdingenieur W.J.H. Harmsen dat de nodige voorzichtigheid geboden was, waarna de onderdelen van de Keizersveerbrug geklonken werden. Op 31 oktober 1931 was de officiële opening, verricht door mr. P.J. Reymer, minister van Waterstaat.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Keizerveerbrug van strategisch belang. Tijdens de mobilisatie 1939/1940 was het ‘Dekkingsdetachement Keizersveer’ belast met de beveiliging. Het detachement bestond uit 6 sergeants en 49 minderen van het 6e Regiment Infanterie die onder leiding stond van commandant reservekapitein Anthonie Zoutewelle en had de opdracht: beletten dat de vijand zich in het bezit stelt van de ongeschonden brug. Op 13 mei 1940, omstreeks 20.45 uur, blaast het detachement na een felle strijd bij het terugtrekken de brug op. Vanaf oktober 1944 zit het Duitse 476e Regiment in Hank om de brug bij Keizersveer zo lang mogelijk open te houden voor het terugtrekkende leger van General der Infanterie Gustav-Adolf von Zangen, die bij de poging om de haven van Antwerpen uit handen van de geallieerden te houden de helft van zijn manschappen had verloren. Op 31 oktober 1944 geeft Oberstleutnant (luitenant-kolonel) Hans-Karl von der Damerau-Dambrowski van het 476 Grenadier Regiment, onderdeel van de 256 Volksgrenadier Division, het commando de herstelde brug om 22.00 uur wederom op te blazen. In eerste instantie vernietigde de Duitsers niet alle overspanningen van de brug; dit wordt de volgende dag alsnog gedaan. Na de oorlog is de brug weer hersteld.
Op 6 december 1968 wordt de A27 geopend als snelweg met twee rijbanen met twee rijstroken. De bestaande brug vormde door het toenemende verkeer al vrij snel een flessenhals waardoor de files toenamen. Om deze redenen zijn de overspanningen vervangen door zes voormalige overspanningen van de eveneens vervangen Moerdijkbrug. Deze zes delen zijn koppels van drie delen naast elkaar geplaatst zodat voor beide richtingen twee brede rijbanen konden worden gerealiseerd. In februari 1977 werd begonnen met de sloop van de karakteristieke oude brug, die op 1 december 1978 werd heropend. Tot 2003 had de huidige brug de kleuren rood en wit, maar nadat de verflagen afbladderden werd de brug geheel wit geverfd. Zo komt de brug lichter over op automobilisten, die deze brug met hoge snelheid passeren en deze ervoeren als een donkere tunnel. Hoewel de Keizersveerbrug niet zo overbelast is als bijvoorbeeld de Merwedebrug bij Gorinchem is door het forse verkeersaanbod toch besloten een nieuwe brug bij Keizersveer te bouwen.
Tekst: Jan Hoek
Bronnen: De Dongebode, 41e jg, nr. XLI, pag. 27-48, auteur Ans Spee; websites WikipediA en BHIC; de Militaire Spectator, februari 1942.