82 - bioscoop Centraal 1 en 2

De in Tilburg geboren Bernardus (Ben) Baars was in Amsterdam aanwezig bij de bijzondere opening van het Tuschinski Theater. Hij werd zo besmet door het filmvirus dat hij zo’n zes jaar later, samen met zijn echtgenote, de in 1909 Geertruidenberg geboren Toos Renniers, op 28 september 1927, zijn eigen bioscoop ‘Centraal’ in de Brandestraat te Geertruidenberg opende. Een tijd van de ’stomme films’, toen de pianola en de explicateur het verhaal van de film begeleidden. Als explicateur was ene heer Salverda in dienst genomen terwijl ‘tante’ Cor, zus van Toos Renniers, achter de pianola zat. De pianola is een automatisch spelende piano die aangestuurd wordt door een papieren rol met gaatjes. “Kijk nu kussen ze elkaar en zij denkt…”, vertelde Salverda dan, terwijl tante Cor ervoor zorgde dat op de pianola de goede rol werd afgespeeld. Het publiek genoot met volle teugen.

Op 28 oktober 1921 opende Abraham Icek Tuschinski, onder de naam Tuschinski Theater, zijn prachtige ‘filmpaleis’ in Amsterdam. Dat was bijna 26 jaar nadat de Franse wetenschapper Louis Jean Lumière, in de Indische Salon van het Parijse Grand Café, op 28 december 1895 de eerste betaalde filmvertoning gaf. Volgens de in 1921 opgerichte Nederlandse Bioscoopbond vond de eerste geregelde bioscoopvoorstelling in ons land plaats in het Kurhaus in Scheveningen. Daarvoor vonden ook wel kleine voorstellingen plaats in kermistenten en juist dat was voor de bond een grote ergernis. Door het Kurhaus aan te wijzen, wilde de bioscoopbond aantonen dat de eerste films in ons land in een chique omgeving werden getoond en niet op de kermis. 

Vermakelijkheidsbelasting

In 1955 vond een grote verbouwing van bioscoop Centraal plaats, en dat had een bijzondere reden. In Raamsdonksveer wilde de toenmalige gemeente Raamsdonk ook een bioscoop, aangezien het college tot de conclusie was gekomen dat de vermakelijkheidbelasting, die over bioscoopvoorstellingen werd geheven, een behoorlijke bron van inkomsten voor de gemeente zouden vormen. Verschillende kapitaalkrachtige zakenmensen waren al gemobiliseerd en via achterkamertjespolitiek werd hard gewerkt om het plan te concretiseren. Ze hadden echter buiten Ben Baars gerekend, want die (her)opende op 10 november 1955 zijn geheel verbouwde moderne bioscoop, een theater waarop menig grote stad jaloers zou zijn. Geertruidenberg had als een van de eerste bioscopen in ons land de wand-tot-wand projectie. Alle formaten, van normaal tot widescreen en de latere cinemascope, waren nu mogelijk. Het projectiescherm, geïmporteerd uit Italië, was een zogenaamd ‘parelscherm’ dat bestond uit duizenden glasparels dat zorgde voor een nooit eerder vertoonde helderheid. Ook de pas ontwikkelde stereo-luidsprekers werden aangeschaft en het zitcomfort werd aanzienlijk verbeterd door de aanschaf van 400 Spaanse stoelen; deze waren speciaal ontworpen voor schuin oplopende bioscoopvloeren met een maximale zithoek voor elke bezoeker. In de cabine stonden twee FP4 filmprojectoren van het merk Philips voorzien van 600 meter filmtrommels. Met de ingrijpende verbouwing van de bioscoop waren Ben en Toos Baars de gemeente Raamsdonk met succes een stap voor. De plannen voor een bioscoop in Raamsdonksveer verdwenen namelijk in de prullenbak.

Verjaardagmatinees en premières

De spraakmakende verbouwing bleek het levenswerk van Ben Baars te zijn; drie jaar later zou hij overlijden. Zijn toen 17-jarige zoon Antoine verliet noodgedwongen de middelbare school om als (mede)kostwinner de harde en zakelijke bioscoopwereld in te stappen. Moeder Toos bleef bioscoopdirectrice. Zoonlief kreeg, mede dankzij de inzet van de in Geertruidenberg woonachtige kapitein Peters, vrijstelling van militaire dienst, Daardoor had hij de tijd om diverse vakdiploma’s te behalen, waaronder die van filmoperator. Vanwege zijn jeugdige leeftijd moest zijn moeder daarvoor wel dispensatie aanvragen. Zij startte in 1968 met de speciale en zeer succesvolle verjaardagmatinees. Voor ƒ 1,25 beleefden de jarigen en overige kinderen een onvergetelijke feestmiddag. In 1969 trouwde Antoine met Els Blokland; het bleek een echtpaar dat zich altijd voor de volle 100 procent zou inzetten voor de bioscoop en naam maakte met tal van premières. Ze wisten door samen keihard te werken het hoofd boven water te houden, ook in een tijd dat de televisie en later de videorecorder gedegen concurrenten van de bioscopen werden. “In het voorwaar respectabel, maar kleine Geertruidenberg staat een van de theaters die op donderdag 22 september de première zullen brengen van Nederlands nieuwste speelfilm ‘Soldaat van Oranje’”, kopte Dagblad De Stem in 1977. Het was de familie Baars in het kader van het 50-jarig jubileum gelukt de première naar de vestingstad te halen. Het werd in meerdere opzichten een bijzondere dag; Toos Baars stopte als eerste vrouwelijke bestuurslid van de Nederlandse Bioscoopbond én als eigenaresse en directrice van Centraal Bioscoop Geertruidenberg. De verantwoording lag vanaf dat moment geheel in handen van Antoine en Els, die al snel lieten zien dat ze hun nek durfden uit te steken en te investeren in de toekomst. De modernste snufjes op het gebied van filmprojectie werden aangeschaft en de grond achter de naast de bioscoop gelegen woning werd gekocht; in 1980 werd ook de woning hun eigendom. Twee jaar later werd een tweede bioscoopzaal gerealiseerd en, Antoine had inmiddels zijn horecapapieren gehaald, met een barretje waar ook zwak-alcoholische dranken geschonken mochten worden. Centraal 2 was een feit, wat inhield dat ze voortaan over in totaal 285 stoelen beschikten. In 1988 vond in Geertruidenberg de première plaats van de speelfilm ‘Rambo III’. De Nederlandse Rambo (Ernest van America) was op bezoek, vergezeld door tal van militaire voertuigen van Keep Them Rolling. Eveneens spraakmakend was de première in 1994 van The Lion King, waarbij de bioscoop geheel in safaristijl, compleet met van de Beekse Bergen geleende opgezette dieren, was ingericht. In de landelijke wedstrijd, uitgeschreven door de distributeur van Disney-films, behaalde Centraal Bioscoop de derde prijs voor originaliteit en amusementswaarde op gebied van promotie van de speelfilm; Antoine en Els Baars lieten in deze wedstrijd daarmee ruim 100 bioscopen achter zich.

Nieuwbouwplannen

Door de steeds stijgende bezoekersaantallen waren Antoine en Els genoodzaakt om aan uitbreiding te denken. Hun gedachte ging uit naar vier zalen, een horecagelegenheid en een ondergrondse garage. (Schoon)vader Herman Blokland, hoofd van een bouwkundige dienst, had de tekeningen gemaakt, die door het echtpaar Baars werden besproken met toenmalig burgemeester Wim Letschert. Deze was laaiend enthousiast en hij ging zelfs zover dat hij toezegde dat de ondergrondse garage voor de helft door de gemeente zou worden gehuurd, dit om de Markt vrij te kunnen maken van auto’s. Helaas overleed deze alom gewaardeerde burgemeester en de gemeenteraad bleek, volgens Antoine en Els, niet van het kaliber om deze nieuwbouw op juiste waarde in te schatten. In 1999 besluit echtpaar Baars het rustiger aan te gaan doen. Ze verkopen de ruim 70 jaar oude bioscoop aan de familie Van Steen, eigenaar van drie bioscopen in Delft. De nieuwe eigenaar neemt daarmee ook de nieuwbouwplannen over en wil bij de Stationsweg in Geertruidenberg een grote bioscoop bouwen. De plannen werden echter door de gemeente Geertruidenberg afgewezen en na de sluiting van de bioscoop eind 2006 moeten de bioscoopliefhebbers nu naar het nabijgelegen Almkerk of naar grote steden als Breda of Antwerpen.

Tekst: Jan Hoek

Bron: “Film op mijn brood, Antoine Baars, 2020; interview met Antoine en Els Baars en bijdrage Bernadette Monshouwer.   

© 2020 Oudheidkundige Kring Geertruydenberghe
Locatie 9 Websitebouw