Op 4 mei vloog een van de twee nog vliegwaardige Britse Lancaster-bommenwerpers in de wereld over Geertruidenberg. Het imposante viermotorige vliegtuig, eigendom van de ‘Battle of Britain Memorial Flight’, onderdeel van de Royal Air Force (RAF), vertrok die dinsdag vanaf de basis in Coningsby in het Verenigd Koninkrijk om over 18 crashplekken in Nederland en België te vliegen, waaronder in Hank en Werkendam. Aan de Grote Waardweg in het buitengebied van Werkendam was in juni 1944 een Lancaster gecrasht, waarbij staartschutter John Keogh en Flight-sergeant Thomas Duff om het leven kwamen. De overige zes bemanningsleden overleefden de crash. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen in totaal 3249 Lancaster-bommenwerpers verloren. In de Hankse Oranjepolder stortte in de nacht van 24 op 25 mei 1944 geen Lancaster neer, maar een Halifax LV905-bommenwerpen van de RAF. Daarbij kwamen alle zeven bemanningsleden om het leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terechtgekomen. Het gaat dan om zowel geallieerde als Duitse vliegtuigen. Onze provincie lag precies op de route van Engeland naar het Duitse Rijnland en dat maakte dat de luchtoorlog vanaf 1940 voor een groot deel boven Brabantse grond plaatsvond. Ook in de gemeente Geertruidenberg crashten tijdens de Tweede Wereldoorlog meerdere vliegtuigen, waaronder op 13 mei 1940 een Boulton Paul Defiant L-6977 en op 19 augustus 1943 een Boeing B-17.
Op 13 mei 1940 (2e pinksterdag) 1940 stegen in Engeland om 5.15 uur Nederlandse tijd twaalf jachtvliegtuigen op voor een verkenningsvlucht boven Zuid-Holland. Het was een samengesteld eskader van zes Boulton Paul Defiants), door RAF-piloten ‘Daffy’ genoemd) en zes Spitfires. Om zes uur ’s morgens komen de toestellen boven het zuidwesten van Rotterdam een formatie Duitse jachtvliegtuigen tegen, bestaande uit zeven Stuka’s en 27 Messerschmitts. De Engelsen gaan direct in de aanval en boven de Biesbosch vindt een heftig luchtgevecht plaats, waarbij vijf Defiants en vier Duitse toestellen worden neergeschoten. Een van de neergeschoten Defiants komt neer nabij Zevenbergen, één nabij de Rijsdijk in Oosteind, twee in de Biesbosch en één aan de noordelijke oever van de Donge, ten zuiden van Geertruidenberg. Dat jachtvliegtuig komt uit noordelijke richting gevlogen, scheert door de grienden en maakt op de oever van de Donge een buiklanding. In gevechten bleek de Defiant weliswaar effectief in het vernietigen van bommenwerpers, waarvoor hij ook ontworpen was, maar bleek het vliegtuig kwetsbaar voor de meer wendbare Messerschmitts Bf-109 jagers van de Luftwaffe.
Op 19 augustus 1943 wordt de vliegbasis Gilze-Rijen gebombardeerd. Bij dat bombardement kwamen door miscommunicatie 23 omwonende burgers om het leven. Rond zeven uur ’s avonds wordt een Amerikaanse Boeing B-17F, ook wel Flying Fortress (Vliegend Fort) genoemd, door een Duitse jager neergeschoten. Overigens claimde ook het bij Gilze-Rijen gelegen 2/665 Flak Regiment het neerschieten van de zware bommenwerper van het 358 Squadron. Het vliegtuig van het type Typhoon stort brandend neer. Het toestel breekt in stukken die verspreid terechtkomen. Zo komt een van de vliegtuigmotoren in Geertruidenberg terecht, aan de noordelijke oever van de Donge, het zogenaamde Noordergat, in de bocht achter de toenmalige tegelfabriek en de Spoorhaven, ofwel tegenover de haveningang van Raamsdonksveer. Van de elfkoppige bemanning kwamen vier leden om; de overige zeven bemanningsleden wisten zich met hun parachute te redden, maar werden door de Duitse Wehrmacht gevangengenomen en overgebracht naar de Marechausseekazerne aan de Deijlstraat (later Hoofdstraat J8) in Raamsdonksveer. De Duitse Feldwebel Jozef Geesink mishandelde daar de bemanningsleden. Deze Feldwebel van de Feldgendarmerie stond bekend om zijn bijzonder gewelddadig karakter en zou twee dagen later in het gemeentehuis van Raamsdonk op laaghartige wijze ambtenaar Antoon Brejaart doodschieten. Een van de gesneuvelde bemanningsleden van de crash met het ‘Vliegende Fort’ was de piloot van de Boeing B-17F James S. Nix. Het bombardement op 19 augustus 1943 was zijn vierentwintigste missie. Had Nix nog één missie kunnen vliegen, dan had hij zijn tour van 25 missies, de zogenoemde ‘tour of duty’, volbracht en had hij naar huis gemogen. De meeste bemanningsleden haalden niet meer dan vijf missies.
Op 24 september 1944 vertrok de 21-jarig Richard Walter Vokey met zijn Hawker Typhoon IB van het 439 Squadron voor een gewapende verkenning van het gebied boven Breda-Gorinchem. Het was pas zijn derde operatie in de lucht. Vokey werd geraakt door luchtafweergeschut en crashte om 17.10 uur; hij kwam terecht achter de woning op Keizersveer 5. De Canadese piloot kwam daarbij om het leven, waarna hij in opdracht van de Duitsers hij door de bewoners naast de schuur werd begraven. Later werd hij herbegraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Bergen op Zoom. Op 21 november 1944 kwam een RAF-jager in de buurt van Geertruidenberg in de problemen. Om 11.45 uur crashte de Franse piloot luitenant A. Segonzac met zijn Spitfire LF.IX van het 329 Squadron. Hij overleefde de crash, maar werd wel gevangengenomen. In totaal verloren tijdens luchtgevechten boven Noord-Brabant 1368 geallieerde vliegers en 278 Luftwaffe-vliegers het leven. Dat betekent dat ruim vijfmaal zoveel geallieerden het leven verloren dan de Duitse vliegers. Dat is ook wel te verklaren; de Duitsers waren vooral met jachtvliegtuigen boven Brabant actief, met één piloot en afhankelijk van het type soms een tweede bemanningslid. De geallieerden hadden met hun bommenwerpers een bemanning van maximaal vijf personen en de zware bommenwerpers een bemanning van tussen de zeven en tien personen.
Tekst: Jan Hoek
Bronnen: ‘Vliegtuigcrashes in de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Oosterhout’, Jan Jolie/Cees Joosen, 2019; Lokale Oorlogsfragmenten, 1940-1945, Bas Zijlmans 1997; bhic.nl/luchtoorlog1940-1945.